Mijn auto geeft aan:”Ik wil graag naar de garage”.
Als je auto zo iets vraagt dan doe je dat.
Tiek heeft een spraakgestuurde auto.
De ganse dag praat ik met mijn auto.
Went het vast.
Later zal ik bejaard tegen mijn meubilair praten.
“Bellen” “navigeer naar”; ”CD-speler” gedwee luistert de auto naar mijn commando’s.
Soms praat hij terug en wil naar de garage.
Daar aan de balie werken speciaal geselecteerde autisten om mensen te woord te staan.
Onvoorstelbaar zoals mijn geduld op de proef gesteld wordt.
Eindelijk wordt er aan mijn auto gewerkt.
Een doofblinde monteur hangt bierbuikend over mijn auto.
Hij sleutelt en peinst.
Dan wordt de computer gekoppeld aan de server van de garage.
Klikkend en muizend kijkt de monteur monter naar de monitor.
Dan komt hij naar me toe, ongeïnteresseerd lees ik in de Autoweek.
Ik krijg lezend een hekel aan autoliefhebbers.
Nog erger zijn formule 1 fans.
Maar echt jeukende jicht krijg ik van Max Verstappen fanclub leden.
“Uw auto heeft een computer storing, voorlopig kunt u er niet mee rijden” zegt de IT specialist.
Voorzichtig vraag ik “Waar werkt mijn auto op behalve diesel ?”. ”Windows 95 “ zegt de monitormonteur.
Tiek