KOPZORGEN

Tiek heeft een miniatuur Vesuvius op zijn kin.
Het is een pukkel van ongekende grootsheid.
Compleet met gele kop zorgt het voor afleiding.
Iedere klant is gefixeerd op die ene puist.
Je ziet ogen afdwalen en alleen nog maar naar mijn pukkel kijken.
Het is gevuld met een half vingerhoedje tompoucevulling.
Wat moet je ermee. Hoe kom je er op een discrete manier vanaf.
Is hier nog sprake van een jeugdpuist… Dan laat ik het graag zitten.
Ik heb dan in ieder geval de eeuwige jeugd.
Vandaag heb ik er maar een dot crème op gesmeerd.
Waarom nu, juist vandaag, die belangrijke afspraak met een mooie jonge architecte.
Maar ach ik ben tenslotte gepokt en gemazeld in dit vak.
Laat je van je beste kant zien,Tiek. Op dit moment is dat de binnenkant.
Ik loop binnen en schud haar de hand. Zie ik haar vies kijken ?
Of verbeeld ik me dat maar. Het gesprek gaat ook nog eens over egaliseren.
Dit is het gladmaken van vloeren. Nee, Tiek nu geen goedkope grappen maken.
Plots vraagt ze: “Heeft de lunch vanmiddag gesmaakt ?”.
Vraagtekenend antwoord ik: ”Ja hoor, uitstekend”.
“Er zit nog een broodkruimel op je kin” zegt ze lief en behulpzaam.

Tiek.